Chantal van der Klaauw (39) vertelt over haar pestverleden

"Het is normaal om anders te zijn"

Chantal van der KLaauw

Chantal van der Klaauw werd geboren met één been. Omdat ze met haar prothese praktisch alles kon doen, was zij zich daar als kind nauwelijks van bewust. Dat veranderde in groep 4. Van de ene op de andere dag keerde een groepje kinderen zich tegen haar, en niemand van de andere klasgenoten nam het voor haar op. Van een wat stille leerling werd Chantal ineens het favoriete doelwit, en de eenzaamheid die daaruit voortkwam, heeft zich jarenlang in haar genesteld. Toch wakkerde het ook haar vechtlust aan. Die gebruikt ze nu om op scholen te vertellen over wat haar overkwam.   

Geen plek voor mij 

“Ik heb het vijf jaar lang hard om m’n oren gekregen”, vertelt Chantal. “Ik werd uitgescholden voor mankepoot en voor Captain Hook, en kinderen lieten me steevast links liggen. Ze maakten me keihard duidelijk dat er voor mij geen plek was in de klas, en daardoor voelde ik me verdrietig en alleen. Mijn ouders hebben er alles aan gedaan en ook de school valt niks te verwijten. Er waren gesprekken en anti-pestprojecten en er werd zelfs straf uitgedeeld, maar niets hielp. Ik kan me een keer herinneren dat de hoofdmeester voor de klas zijn trui oprolde en een litteken liet zien, en dat hij zei dat ze hém dan maar moesten pakken. Goedbedoeld natuurlijk, maar ik kon wel door de grond zakken. Pas na het kamp in groep 8 hield het net zo plotseling op als dat het ooit begon. Ik deed gewoon mee met trampoline springen en boomhangen en ineens verdiende ik daarmee hun respect. Misschien was dat wel even verwarrend voor me als die jaren daarvoor.” 

Aan beide kanten gestaan 

Op de middelbare school besloot Chantal het anders aan te pakken: “Ik stelde me op als een bitch en werd zelf een pester. Als volwassene kan ik daar nu van balen, maar ik begrijp wel waarom ik het deed. Ik gebruikte het als een schild om te voorkomen dat ik weer aan die verkeerde kant van de lijn zou belanden. Het was voor mij een noodzakelijk kwaad. Ik zal kinderen dan ook nooit veroordelen, omdat ik zelf aan beide kanten heb gestaan. De grootste pesters zijn misschien wel de bangste kinderen. Zij willen de lachers op de hand krijgen, zodat ze met 1-0 voor staan en niet zelf gepakt worden. Eigenlijk laten kinderen ons zien hoe de maatschappij in het groot is: hard en soms onverbiddelijk. Daar zouden we het vaker over moeten hebben met elkaar.” 

Sssst, dat mag je niet zeggen! 

Ouders en volwassenen spelen een belangrijke rol in deze dynamiek, vindt Chantal. “Ik maak het zelf regelmatig mee, dat een kind naar mij wijst en roept dat ik maar één been heb. ‘Sssst!’, reageren de ouders dan verschrikt, ‘dat mag je niet zeggen!’. In hun reactie ligt schaamte besloten, en die dragen ze zo onbedoeld over op hun kinderen. Maar waarom zou je moeten zwijgen over het feit dat iemand anders is, alsof het genegeerd en verborgen moet worden? Niemand is immers hetzelfde, dus praat met elkaar over de verschillen. Een kind bedoelt het niet verkeerd en benoemt gewoon wat het ziet. Daar kun je prima op inspelen, zonder schrik en schaamte, en dan kun je kinderen wel wijzen op de manier waarop ze erover praten. Dus: ‘Ja, die mevrouw mist een been, maar het is niet zo netjes dat je dat door het winkelcentrum schreeuwt. Jij gebruikt jouw benen om te lopen en zij haar rolstoel, maar jullie komen allebei vooruit.’ Op die manier bevestig je wat ze zien en leer je ze tegelijkertijd om respectvol om te gaan met verschillen.” 

Geen wrok of verbittering  

Chantal is inmiddels 39 jaar en het leven heeft haar aardig wat klappen uitgedeeld. Rond haar twintigste overleed haar moeder, kort daarna verongelukte haar partner en op haar dertigste verloor zij ook nog haar vader. Naast het gemis van een been kreeg zij ook last van het hypermobiliteitssyndroom (met het vermoeden van EDS): een syndroom waarbij de gewrichten te flexibel zijn, waardoor zij chronische pijnklachten kreeg. Chantal probeerde die harde realiteit te ontvluchten: “Ik heb een tijd lang stevig gedronken en geblowd, totdat ik inzag dat het me niet verder hielp. Gelukkig heb ik altijd mijn zus Michelle en een grote groep vrienden om me heen gehad. Die heb ik ook keihard nodig. Zij hebben me geholpen om niet te blijven steken in wrok of verbittering. Van jongs af aan heb ik te horen gekregen dat ik een heleboel dingen niet zou kunnen. Bij mij leidde het tot een soort verbetenheid: waarom niet dan? Mijn ouders leerde mij om het gewoon maar te proberen, omdat dat de enige manier was om mijn mogelijkheden en grenzen te verkennen. Ik zal nooit vergeten wat een tante tegen me zei, toen ik in de put zat: ‘Wie heeft jou de garantie gegeven dat het leven eerlijk zou zijn? Ieder krijgt z’n deel, maar het gaat erom hoe je dat oppakt.’ Dat is mijn mantra geworden, want met medelijden en betutteling is niemand geholpen.”  

Tegenwicht voor verharding 

In de huidige samenleving wordt snel geoordeeld, vindt Chantal, en social media gooien daar nog een schepje bovenop: “Het is een handig podium om met mensen in contact te blijven, zeker als je minder mobiel bent zoals ik, maar social media zijn even gemakkelijk als verschrikkelijk. Het pesten gaat daar nog veel verder, omdat mensen zich kunnen verschuilen achter hun eigen gelijk. Er wordt niet meer geluisterd naar de persoon achter het verhaal, maar hop, gelijk geoordeeld.” Als tegenwicht voor die verharding, bezoekt Chantal graag cosplay- en fantasy-evenementen. Ze hult zich in de mooiste outfits, maakt prachtige sieraden en schuwt de knipoog niet: “Ik ga bijvoorbeeld als piraat met houten been. Door mijn beperking zo te benadrukken, zie je ‘m juist niet. Ik kan echt naar zo’n feest verlangen, omdat daar niemand oordeelt. Hoe je je ook uitdost, wat je verhaal ook is: het is oké, jij bent oké. Dat is het fijne van die wereld, dat iedereen in zijn waarde wordt gelaten.” 

Zwakte omgebogen naar kracht  

Chantal heeft inmiddels haar plek gevonden. Als ervaringsdeskundige adviseert zij de gemeente over toegankelijkheid, en zij wil ook scholen gaan bezoeken in het kader van anti-pestprogramma’s. “Ik heb mijn zogenaamde zwakte kunnen ombuigen naar mijn kracht. In plaats van dat de mensen van de gemeente over mij beslissen, vragen ze mij nu om hulp. Dat geeft me zelfvertrouwen. Door ook op scholen over mijn ervaringen te vertellen, hoop ik dat ik kinderen kan laten zien dat het normaal is om anders te zijn. Iedereen is soms onzeker. Praat daarover, in plaats van dat je het afreageert op anderen. Scheldwoorden en uitsluiting kunnen soms een leven lang pijn doen, dus wees je daarvan bewust. En aan de leerkrachten zou ik willen zeggen: neem voor ieder kind vijf minuten om even te praten, zowel voor de stille kinderen als voor de uitdagende branieschoppers. Het maakt zoveel verschil uit of je je als kind gehoord voelt. Maak daar bewust ruimte voor.”    

Wilt u op de hoogte blijven? meld u aan!

Zodra er dan nieuwe nieuwtjes zijn bent u de eerste die het hoort, wij beloven u niet te spammen met niet relevante informatie voor u. Zie onze voorwaarde

Leave a comment

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

In Andermans Schoenen Staan